Onderwijsleergesprek

Een onderwijsleergesprek is een gestructureerd gesprek tussen docent en studenten (of tussen studenten onderling), met als doel het verdiepen van begrip en het stimuleren van actief leren. Het is méér dan alleen uitleg geven — het gaat om samen denken en betekenis geven. Hier zijn vier belangrijke voorwaarden/kenmerken:

Veilige leeromgeving
Leerlingen moeten zich veilig voelen om hun mening te geven, fouten te maken en vragen te stellen.
Actieve betrokkenheid van leerlingen
Het gesprek is niet alleen eenrichtingsverkeer van de docent; leerlingen doen actief mee met eigen inbreng, vragen en ideeën.
Doelgerichtheid
Het gesprek heeft een duidelijk doel dat past binnen het leerproces. Het is geen losse babbel, maar gericht op begrip, verdieping of toepassing.
Open vragen
De docent stelt vooral open vragen die uitnodigen tot nadenken, redeneren en meningsvorming — niet alleen vragen met één juist antwoord.
Luisteren en doorvragen
De docent luistert echt naar de antwoorden en stelt verdiepende vragen (bijv. "Waarom denk je dat?" of "Kun je een voorbeeld geven?").
Aansluiten bij voorkennis
Het gesprek sluit aan op wat leerlingen al weten of ervaren hebben. Zo ontstaat betekenisvol leren.
Aansluiten bij voorkennis
Het gesprek sluit aan op wat leerlingen al weten of ervaren hebben. Zo ontstaat betekenisvol leren.
Interactieve en dialogische sfeer
Niet alleen de docent, maar ook leerlingen reageren op elkaar. Er ontstaat een dialoog, geen interview.
Structuur en sturing door de docent
De docent houdt de regie: bewaakt het doel, vat samen, stuurt bij, en zorgt dat iedereen aan bod komt.
Tijd om te denken
Leerlingen krijgen de tijd om over een vraag na te denken voordat ze moeten antwoorden (bijv. via think-pair-share).
Reflectie en terugkoppeling
Aan het eind van het gesprek wordt er samengevat of gereflecteerd: wat hebben we geleerd, welke inzichten zijn er ontstaan?
 
 

Navigatie

« Toetscyclus Toetsen en toetsmatrijs ontwerpen met behulp van een taxonomie »