Toetscyclus

Een toetscyclus is de complete “levensloop” van een toets binnen het onderwijs. Het beschrijft alle stappen van het ontwerpen, afnemen en evalueren van een toets. Het doel van de toetscyclus is om de kwaliteit van toetsen te waarborgen en om het leerproces van studenten te ondersteunen. Hieronder zie je de belangrijkste fasen van een toetscyclus:

Ontwerpen van de toets

  1. Bepalen van leerdoelen (wat moet de student kennen/kunnen?)
  2. Kiezen van de toetsvorm (bijv. schriftelijk, mondeling, project, praktijk)
  3. Maken van toetsopgaven en beoordelingscriteria (zoals rubrics of antwoordsleutels)

Voorbereiden van de afname

  1. Controleren op helderheid, niveau en eerlijkheid
  2. Eventueel proef laten draaien (pilot)
  3. Praktische voorbereiding (ruimte, materialen, tijd, surveillanten)

Afnemen van de toets

  1. Uitvoering van de toets met studenten
  2. Toezien op eerlijke en betrouwbare omstandigheden

Beoordelen

  1. Toetsen nakijken met behulp van vooraf opgestelde criteria
  2. Eventueel dubbel nakijken of modereren om subjectiviteit te verkleinen

Analyseren en evalueren

  1. Analyseren van resultaten (bijvoorbeeld: scoort iedereen erg hoog of juist laag?)
  2. Vaststellen of de toets valide en betrouwbaar was
  3. Kijken of leerdoelen behaald zijn

Feedback en bijstelling

  1. Terugkoppeling naar studenten (waar ging het goed, waar moet het beter?)
  2. Verbeteringen doorvoeren voor volgende keer (bijvoorbeeld bij onduidelijke vragen)

Een toetscyclus is dus meer dan alleen een toets maken en nakijken — het is een proces dat helpt om de toetsing eerlijk, leerzaam en betekenisvol te maken. Zeker in het MBO is het belangrijk dat toetsen aansluiten bij de praktijk en dat studenten snappen waarom ze getoetst worden.

Navigatie

« Constructive alignment Onderwijsleergesprek »