Order traject

  1. Klant heeft een idee of wil iets hebben maar weet niet zo goed wat er allemaal mogelijk is.
  2. Klant neemt contact op met software
  3. Scope: Geef aan wat wel en niet wordt getest (afbakening).
  4. Use cases: Maak een lijst van de use cases die je hebt getest. De lijst van use cases heb je al vanuit je planning en ontwerp.
  5. Achtergrondinformatie: Leg de context van de software of het project uit.
  6. Verantwoordelijkheden: Het is belangrijk dat het testen niet gedaan wordt door de persoon die ook daadwerkelijk test. Leg vast wie test

Navigatie

« Wat hoorde jij vervolg doorfluistertje Testplan »